Met een naam als IJsland is het niet gek dat men verwacht dat het er altijd ijskoud is. IJsland mag dan dicht bij de poolcirkel liggen, maar het is er minder koud dan veel mensen verwachten.
IJsland heeft twee klimaten. Aan de kust een zeeklimaat en in het binnenland een toendraklimaat.
Zeeklimaat IJsland
IJsland heeft aan de kust een koud zeeklimaat. Dit betekent dat het weer sterk beinvloed wordt door de zee. Binnen het zeeklimaat bestaat er nog een onderverdeling in een warm, gematigd of koel zeeklimaat. IJsland heeft een koel zeeklimaat, wat inhoud dat het land gemiddeld maximaal vier maanden per jaar een gemiddelde temperatuur van 10°C of meer heeft. Een ander kenmerk van een zeeklimaat is dat, in vergelijking met een landklimaat, de temperatuurverschillen tussen zomer en winter minder groot zijn. Dit komt omdat de zee de temperatuur langer vasthoudt dan land en de wind neemt deze temperatuur mee naar land.
Toendraklimaat IJsland
In de hooglanden (het binnenland) van IJsland heerst volgens de klimaatclassificatie van Köppen een toendraklimaat. Dit betekent dat ten minste één maand per jaar de temperatuur gemiddeld 0°C of hoger is, maar dat de temperatuur geen enkele maand gemiddeld boven de 10°C komt. Door dit klimaat kunnen maar weinig bomen groeien.